De Chinese minderheden

Mongolian Woman Standing In Front Of The Tent Outdoors

China kent verspreid door het hele land enkele tientallen erg kleurrijke en fascinerende etnische minderheden, waarvan de meest opvallende in dit artikel besproken worden.

Hoewel Chinezen er in de ogen van Nederlanders vaak allemaal hetzelfde uit zien, kent het land toch maar liefst 56 officieel erkende etnische groepen. De grootste hiervan zijn natuurlijk de Han, het volk dat de Chinese cultuur zoals we die tegenwoordig kennen vorm heeft gegeven. Zo wordt het Standaard Mandarijn in China bijvoorbeeld Hànyǔ genoemd, oftewel de taal van de Han. Toch, naast de Han zijn er ruim 100 miljoen tot andere etnische groepen behorende Chinezen waar je als toerist zeker mee in aanraking zult komen. Het gaat natuurlijk te ver ze allemaal te bespreken, maar hieronder vind je enkele van de meest in het oog springende.

De Hui

Misschien wel de meest door het land verspreide minderheidsgroep zijn de Hui, afstammelingen van in het verre verleden langs de zijderoute tot de islam bekeerde Chinezen. Hoewel ze in Ningxia hun eigen autonome regio kennen, zul je in elke grote Chinese stad kleine concentraties van de Hui aantreffen. Ze zijn snel te herkennen aan hun witte hoofddeksels, zogeheten taqiyah voor de mannen en hoofddoeken voor de vrouwen, en kennen een afwijkende maar overheerlijke keuken. Plaats nemen in een Hui-restaurant, vaak herkenbaar aan de Arabische teksten, is voor toeristen dan ook zeker aan te raden! In totaal leven er in China ongeveer tien miljoen Hui.

De Tibetanen

Een andere buiten China erg bekende etnische groep zijn uiteraard de Tibetanen. Dit volk, dat eeuwenlang hoog in de Himalaya mysterieus en afgescheiden van de rest van de wereld leefde, staat vooral bekend om het zeer gerespecteerde boeddhistische kloosterleven. Het oude Tibet van weleer is tegenwoordig verdeeld over de Tibetaanse Autonome Regio en delen van de provincies Qinghai, Gansu en Sichuan. Het is een erg populaire toeristische bestemming, maar door de enorme afgelegenheid en de restricties van de overheid ook wat lastiger te bereiken. In totaal wonen er in China meer dan vijf miljoen Tibetanen.

De Oeigoeren

De Oeigoeren, vooral woonachtig in de autonome regio Xinjiang in het verre westen van China, zijn een Turks volk dat evenals de Hui eeuwen geleden bekeerd werd tot de islam. Met een eigen taal en schrift, afwijkende sociale gebruiken en een Centraal-Aziatische keuken kunnen ze moeilijk als Chinees bestempeld worden. De spanningen tussen de Oeigoeren en de Chinese overheid, die het gebied halverwege de vorige eeuw innam, komen dan ook nog regelmatig in het nieuws. Toch zijn er ook steeds meer Oeigoeren die naar de oostelijke Chinese steden trekken, waar ze hun brood verdienen door straatvoedsel zoals het erg populaire chuanr te verkopen. Met tien miljoen Oeigoeren is de groep ongeveer even groot als de Hui.

De Mongolen en de Manchu

Twee etnische minderheden die oorspronkelijk ook buiten het eigenlijke China vielen zijn de Mongolen en de Manchu, barbaarse woestelingen voor wie de Chinese Muur werd gebouwd. Beide volkeren hebben in het verleden China echter ook veroverd en geregeerd. Zo stonden de Chinezen tijdens Yuan-dynastie (1279–1368) onder Mongoolse en tijdens de Qing-dynastie (1644-1911) onder Manchu heerschappij. De Manchu opschriften in de Verboden Stad in Beijing stammen bijvoorbeeld nog altijd uit deze periode. Tegenwoordig wonen er in Binnen-Mongolië nog altijd bijna zes miljoen Mongolen en zijn er talloze culturele bezienswaardigheden die zeker het bezoeken waard zijn. De tien miljoen overgebleven Manchu zijn te vinden in de noordoostelijke provincies Liaoning, Jilin en Heilongjiang, maar zijn door massale migratie van de Han grotendeels in de Chinese beschaving opgegaan.

Etnische mengelmoes in het zuidwesten van China

Waar bij de tot nu toe genoemde minderheden vaak sprake was van duidelijk te onderscheiden volkeren die oorspronkelijke buiten China vielen, ligt de situatie in het zuidwesten van het land heel wat gecompliceerder. Zo hebben de Chinese ambtenaren Guangxi bijvoorbeeld benoemd tot de autonome regio van de Zhuang, zonder dat er echt sprake is van één volk met overeenkomende gebruiken of een gezamenlijke taal. In plaats daarvan bestaat de Zhuang namelijk uit talloze kleinere groepen die allemaal net iets van elkaar verschillen. Hetzelfde geldt voor de minderheden in de provincies Yunnan en Guizhou welke allemaal door elkaar heen leven, waardoor dit deel van China etnisch gezien een grote lappendeken genoemd kan worden. Enkele van de grootste groepen zijn de Miao, de Yi, de Yao, de Dong en de Bai, waarbij de laatste vooral bekend is door hun oude hoofdstad Dali. Weer andere groepen beperken zich tot slechts een of enkele valleien in de bergen, zoals het geval is met de Naxi in Lijiang. Voor toeristen is het zuidwestelijke deel van China, met erg veel verschillende etnische minderheden dicht bij elkaar, dus zeer interessant om te verkennen.

Deel dit artikel :