Sinds kort woon ik, samen met man en twee dochters (3,5 en bijna 2) in Xiamen, China, omdat mijn man hier is gaan werken. We wonen in een appartement op de 19e verdieping met een zwembad voor de deur, die er echter meer voor de sier ligt, aangezien het slechts 2 van de 12 maanden gevuld is met water. Hadden we ons daar zo op verheugd met dit klimaat: het is nu zelfs in oktober zo’n 26-28 graden met een flinke luchtvochtigheid.
China, zelfs in 2016 een heel andere wereld dan de voor ons bekende westerse wereld. Het straatbeeld, waar wij nu wonen is anders dan dat we vanuit Nederland kenden: hoge gebouwen, veel verkeer, altijd veel mensen op straat, overal geluid en waar je ook kijkt wordt er gebouwd. Er wonen hier volgens niet officiële bronnen dan ook zo’n 3,7 miljoen mensen, die zijn ‘verdeeld’ over een stuk van het vaste land en het centraal gelegen eiland wat allemaal bij Xiamen hoort. Qua oppervlakte is Xiamen ongeveer vergelijkbaar met de provincie Utrecht. Echter zijn hier geen fietspaden, kinderboerderijen of kneuterige winkelcentra in de buurt en ook geen leesbare verkeersborden (sterker nog > hele hilarische Engelse vertalingen). Engels spreken ze hier niet, maar met ieder een vertaal-app kun je een redelijk ‘telefoongesprek’ hebben terwijl je naast elkaar staat.
Snel door naar de kassa dus en vervolgens opgepropt weer in de taxi terug naar huis… inclusief een wasrek, rijstkoker, oven, Chinees ‘volkorenbood’ (en dús ook broodmeel en cakevormen voor doe-het-zelf brood bakken naar oerHollands recept), douchegordijn, kannen drinkwater, echte Goudse kaas en fruit. Onze eerste boodschappen zijn gedaan, en onze eerste kennismaking met China is een feit.